-
1 hang
n. (op)hangen--------v. ophangen; afhankelijk zijn; (in computers) blijft steken; ophouden te werkenhang1[ hæng] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————hang21 hangen4 aanhangen ⇒ zich vastklemmen, vast (blijven) zitten5 afhellen7 onbeslist/onzeker zijn♦voorbeelden:don't hang about/(a)round me • hang niet zo om me heenhang on someone's lips • aan iemands lippen hangenshe hung on(to) his every word • zij was één en al oorhang onto something • proberen te (be)houdenhang over one's head • iemand boven het hoofd hangen〈 informeel〉 hang! • verdomme!→ hang about hang about/, hang around hang around/, hang back hang back/, hang on hang on/, hang out hang out/, hang round hang round/, hang together hang together/, hang up hang up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:hang someone for murder • iemand wegens moord ophangenhe hanged himself • hij verhing zich3 hang one's head (in shame/guilt) • het hoofd (schuldbewust/vol schaamte) laten hangen〈 informeel〉 hang it (all)! • naar de hel ermee!〈 informeel〉 well, I'm hanged! • wel, verdomme!hang something on someone • iemand de schuld van iets geven -
2 Schwebe
Schwebe〈v.〉♦voorbeelden: -
3 schweben
schweben♦voorbeelden:in Lebensgefahr schweben • in levensgevaar verkerenin Ungewissheit schweben • in onzekerheid verkerenschwebende Verhandlungen • nog hangende onderhandelingen -
4 in der Schwebe sein
in der Schwebe seinin de lucht hangen; 〈 figuurlijk ook〉nog onbeslist zijn, hangende zijn -
5 hang in the balance
-
6 hangend
3 [plantkunde] pendulous♦voorbeelden:2 de onderhandelingen zijn nog hangende • (the) negotiations are still under way/going onhet proces is hangend • the case is pending
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский